Posts

Posts uit september, 2009 tonen

Goedkope genade: een halve waarheid ….

Ik schreef in mijn blog ‘ Goedkope óf kostbare genade ’ over hoe fel Bonhoeffer is op goedkope genade. Ook Packer reageert zo fel in zijn boek ‘Gods plannen voor jou’ als het over deze zaak gaat. Hij zegt daar het volgende over: “ Een halve waarheid die als een hele behandeld wordt, wordt al snel een hele leugen; daarom moeten wij die het goede nieuws van Gods genade verkondigen geen genoegen nemen met alleen maar het halve verhaal. Maar dat doen we wel! ” Zo begint hoofdstuk 9: met recht een forse binnenkomer en een vliegende start van een nieuw hoofdstuk. Packer legt het vervolgens zo uit: “Terwijl we de relationele verandering bejubelen die Christus teweegbrengt (…) zien we de echte verandering over het hoofd, de verandering van zienswijze en karakter, die genade zou moeten veroorzaken.” Met de “relationele verandering” bedoelt Packer de rechtvaardiging en vergeving van onze zonden. Met de “verandering van zienswijze en karakter” bedoelt hij het gaan lijken op Jezus. Dat Christus

Het juk van Jezus

Afbeelding
In de Reformatie [1] staat een artikel van ds. Mark van Leeuwen over rust. In dit artikel staat hij stil bij de bekende tekst uit Matteüs 11 : 28 - 30: “ (28)’Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. (29) Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, (30) want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’ ” In dit Bijbelgedeelte wordt het menselijk juk gezet tegenover het juk van Jezus. Het menselijk juk kan zijn: onrust over het komende oordeel van God (vers 20 – 24), gevoel van tekort schieten, falen. Het gevoel je te moeten bewijzen, persoonlijk, in het geloof of in de kerk. Of geestelijke dwang: in Jezus’ tijd eisten de geestelijke leiders van het volk, dat ze de wet en nog 613 andere geboden moesten houden, anders stond je plek, je positie bij God ter discussie. Of je bent verslaafd aan iets slechts of aan iets goeds. “Je werk, waardering, je relatie

Geloofsgroei

Afbeelding
Hoe kijk ik, kijken wij aan tegen geloofsgroei? Wat is geloofsgroei eigenlijk? Is het wel nodig om na te denken over geloofsgroei? Van den Belt zegt dat het nuttig is voor een christen om zich af te vragen of hij groeit. [1] Maar dat kan zomaar de reactie oproepen: Nou moet ik ook nog groeien in het geloof en ik moet al zoveel. Een oproep die ook gevoed kan worden door onze allergie voor alles wat met ‘moeten’ te maken heeft. Maar wat is geestelijke groei of geloofsgroei eigenlijk? “Geestelijke groei kenmerkt zich door het vergeten van het eigenbelang in het belang van het koninkrijk van God.” Groeien in het geloof betekent niet dat ik steeds groter moet worden, maar dat Christus steeds groter wordt in mijn leven. De verantwoordelijkheid om geestelijk te groeien is vooral een oproep om het werk van de Heilige Geest niet te belemmeren. Bij geloofsgroei gaat het er dus om, dat niet ik maar Christus op de eerste plaats staat in mijn leven. Niet ik moet allerlei acties ondernemen, groeien

Begrijpen wij genade?

Ik eindigde m’n vorige blog met de vraag: Hebben wij echt begrepen hoe kostbaar genade is? Het lijkt mij geen overbodige vraag. Bonhoeffer en Arie de Rover laten zien hoe vlak onze beleving van genade kan zijn. Hoe theoretisch en oppervlakkig. Ook zal de mens van nature (!) gaan voor goedkope genade en dus niet voor kostbare genade. Begrijp ik, begrijpen wij werkelijk wat genade betekent? Ik moest hieraan ook denken toen ik Kolossenzen 1 las: “ Overal in de wereld draagt het vrucht en groeit het, ook bij u, vanaf de dag dat u over Gods genade hoorde en de ware betekenis ervan begreep.” Gods genade hoorde en de ware betekenis ervan begreep. Niet alleen horen over genade maar ook de echte betekenis begrijpen. Alleen door horen én begrijpen ontstaat vruchten van het geloof en groei. Ontstaan veranderingen in je (geloofs)leven. Ook las ik nog eens terug wat ik op mijn blog ‘ Veranderen door te begrijpen ’ schreef. Ik schrijf daar dat Keller de gelijkenis van de zaaier (Matteüs 13) a

Goedkope óf kostbare genade

Afbeelding
In het artikel ‘ Oeverloze morele discussies? Wedergeboorte! ’ van Arie de Rover komen de begrippen goedkope genade en kostbare genade voor. Hij leent deze begrippen of omschrijvingen van Dietrich Bonhoeffer (uit het boek Navolging). Kostbare genade vormt daarbij een tegenstelling met goedkope genade. Arie de Rover verklaart ‘kostbare genade’ met omschrijvingen als het diep geraakt zijn door de genade, de doorleving van genade. Bonhoeffer legt in hoofdstuk 1 van zijn boek ook uit wat goedkope en wat kostbare genade is. Hij zegt daar o.a. het volgende over: “Goedkope genade betekent genade als leer, als principe, als systeem; (…). Goedkope genade betekent rechtvaardiging van de zonde en niet van de zondaar. Goedkope genade is genade zonder navolging, genade zonder kruis, genade zonder de levende, mensgeworden Jezus Christus. Kostbaar is de genade bovenal daarom, omdat ze God veel gekost heeft, omdat ze God het leven van zijn Zoon gekost heeft (…) en omdat voor ons niet goedkoop kan z

Het nieuwe leven

In het artikel ‘ Morele discussies? Wedergeboorte! ‘ van Arie de Rover gaat het dus over morele discussies (ethiek) en wedergeboorte (nieuwe leven). Vooral over hoe die twee zich ten opzichte van elkaar verhouden. Rolle Barth heeft daar ooit een mooi artikel over geschreven: ‘ Het nieuwe leven van zwerfkind José ’. Barth gebruikt het verhaal van zwerfkind José om het uit te leggen. Christen zijn betekent voor Barth leven in een persoonlijke relatie met God. Vanuit deze relatie, deze verbondenheid wordt je leven vernieuwd met als doel dat je op Jezus gaat lijken. Een basiskenmerk voor dit nieuwe leven is onze liefde voor de Vader en het diepe verlangen om te lijken op Jezus Christus. Maar, hoe gaat zoiets dan? “God zelf stimuleert deze liefde door het werk van de Heilige Geest (…). De Heilige Geest is als het ware de verbindende schakel naar de christelijke ethiek.” Een christelijke levenswandel is vrucht van het kind-aan-huis-zijn bij God en geen voorwaarde om thuis te komen. Met ander

Moreel gesprek “ergerniswekkend”

Afbeelding
Arie de Rover noemt in zijn artikel ‘ Morele discussies? Wedergeboorte! ‘ het “spreken over moreel juist of onjuist gedrag zinloos, theoretisch en ergerniswekkend” als de kostbare of doorleefde genade ontbreekt. Vanuit het beeld van de oudste zoon uit de gelijkenis van de verloren zoon begrijp ik die uitspraak beter. Ik stel mij voor, dat de oudste zoon iemand aanspreekt over onjuist gedrag en het houden van regels. De oudste zoon leeft naar de regel van de wet. Hij lijkt dus zeker recht van spreken te hebben. Toch heeft hij de bedoeling van de wetten en leefregels niet begrepen. Het gaat God niet allereerst om het houden van regels, maar om het hart. God wil graag dat wij hem dienen uit liefde. Hij wil graag dat wij op Jezus Christus gaan lijken. Dat had de oudste zoon niet begrepen. Ja, als oudste zonen gaan spreken over regels en gedrag, dan wekt dat ergernis op, is het theoretisch en daarmee zinloos. Ze spreken over iets (wetten, leefregels) dat ze zelf niet begrepen hebben.

Spreken over goed of fout gedrag

Afbeelding
De Rover stelt in zijn artikel ‘ Morele discussies? Wedergeboorte! ’ de vraag: “Is spreken over goed of fout gedrag daarmee achterhaald en overbodig?” “Ja, als je het gesprek beperkt tot het gedrag of de gedragsregels alleen.” Nee, als je het gedrag ziet als een symptoom en niet meer dan dat. Gedrag moet je dus gebruiken als een handvat om op zoek te gaan naar de diepere werkelijkheid achter het gedrag. “Dus niet conclusies trekken op basis van het gedrag, of nog erger oordelen of veroordelen, maar dieper doorvragen naar de motieven en drijfveren achter het gedrag.” Alleen zo kun je ontdekken of iemand van kostbare genade leeft, of iemand wedergeboren is. In mijn blog ‘ Drie wegen: hart – genade ’ opent Jasper Klapwijk ook al onze ogen voor dezelfde problematiek. Het gaat vooral en allereerst om de vraag hoe het met je ziel, je hart, je innerlijk is gesteld. “De kern is: heeft de genade je hart geraakt of niet?” Klapwijk betrekt het daar op de gelijkenis van de verloren zoon . De oudst