Pas op met dé waarheid
Ik hoor soms mensen zeggen dat ze dé bijbelse waarheid (moeten) verdedigen. Op moeten komen
voor de waarheid zoals die in de
bijbel staat. Daar is op zich niets mis mee, maar weten ze wel zeker dat het om
de waarheid gaat of is er sprake van hun waarheid? De bijbelse waarheid zoals
zij die zien?
In de gemeente waarvan ik lid ben, speelt een kwestie
waarbij zustergemeentes een heel andere waarheid hanteren dan de gemeente
waarvan ik lid ben. Zusterkerken dus die over dezelfde kwestie heel
anders denken. Is dat niet een aanwijzing dat er bij ons in deze kwestie te snel gesproken wordt over de waarheid? En dat er sprake kan zijn
van de waarheid zoals wij die zien in
plaats van de waarheid?
Iets het predicaat ‘de
bijbelse waarheid’ meegeven heeft nog een ander effect. Het zet de onderlinge
communicatie op scherp. Een dialoog is daarmee nauwelijks meer mogelijk en daarmee de mogelijkheid van verbinding, onderlinge
verbondenheid. Iemand zei eens: “(…) als mens is het wezenlijk dat je de
ontmoeting met (…) ‘de ander’ aankunt, dat je in staat bent je tot nieuwe
inzichten te laten verleiden. Wie dat niet kan of wil, zit onwrikbaar vast in
zijn eigen gelijk.” Van iets zeggen dat het de
waarheid is, kan gemakkelijk een manier zijn om je eigen gelijk af te dwingen. Jouw waarheid verhef je daarmee tot de waarheid: eind van alle tegenspraak. Van een echte ontmoeting
zal dan geen sprake zijn.
Er is nog iets anders. Het niet in staat zijn je tot nieuwe
inzichten te laten verleiden, is in strijd met het hart van het christelijk
geloof. “God is altijd groter dan wij, groter dan onze voorstellingen en 'waarheden'.” Als je denkt de (bijbelse) wijsheid in pacht te hebben, dan ga je
als het ware naast God op Zijn troon zitten. Je gaat er aan voorbij dat wij als
mensen door een ‘onscherpe’ bril naar de (bijbelse) waarheid kijken. Laten
we oppassen zeker bij zaken waarover binnen hetzelfde kerkverband al verschillend
gedacht en gehandeld wordt, te spreken over ‘de waarheid’.
Reacties
Een reactie posten