Je eigen stukje grond
Onze persoonlijkheid, onze persoonlijke identiteit kan
vergeleken worden met een ‘erf’, een eigen, uniek stukje grond. Aspecten
van onszelf, van onze identiteit, van onze persoonlijkheid zijn ons
lichaam, onze opvattingen, onze gevoelens, ons gedrag, onze gedachten, onze
talenten en vermogens, onze verlangens en onze keuzes. Allemaal aspecten of kenmerken van ons
erf.
Grenzen - afbakenen
Ons eigen stukje grond is niet oneindig of onbeperkt. Nee,
het is juist beperkt, afgegrensd of afgebakend. Het stukje grond kent grenzen. Onze grenzen die van anderen moeten we accepteren en respecteren.
Het is belangrijk dat wij onze eigen beperkingen
(begrenzing) kennen van bijvoorbeeld onze talenten en vermogens. Of dat wij onszelf
lichamelijk op de juiste manier afbakenen naar anderen toe: tot hier en niet
verder. Met grenzen definiëren wij onszelf (identiteit). Zij laten zien wat van
ons (persoonlijk) is en wat niet van ons is. Een grens maakt duidelijk waar wij
eindigen en waar iemand anders begint.
Eigendomsrecht -
vrijheid
Ons stukje grond is rechtens van ons. Wij hebben het
eigendomsrecht over ons eigen stukje grond. Dat betekent dat een ander alleen
met onze toestemming op ons erf mag komen. Daarnaast hebben wij ook de vrijheid
om met ons erf te doen wat ons goeddunkt. Wij mogen in vrijheid onze eigen
keuzes maken, onze eigen opvattingen en onze eigen gedachten hebben. Die
vrijheid mag ons niet ontnomen of betwist worden door anderen.
Het is ons eigen stukje grond en van niemand anders. Wij hebben recht op onze eigen mening, onze eigen opvatting, onze eigen gedachten,
ons gevoel (o.a. emoties) en recht op het maken van onze eigen keuzes. Een
ander mag ons die mening, gedachten of gevoel niet betwisten of zelfs ontzeggen. Dat is namelijk 'grensoverschrijdend' gedrag: die ander begeeft zich dan zonder toestemming op ons erf. Onze
opvatting, onze keuze is allereerst iets tussen ons en God. Maar een ander mag ons
wel bevragen over onze mening of onze keuze. Ons proberen op andere gedachten te brengen.
Vrijheid - grenzen
De vergelijking tussen onszelf en een erf of eigen stukje
grond geeft al aan, dat onze vrijheid niet onbegrensd is. Wij zijn vrij
op ons eigen stukje grond. Als er
geen grenzen zouden zijn, dan zouden wij (en anderen) geen eigen stukje grond
meer hebben. Het ontbreken van grenzen brengt juist onvrijheid met zich mee.
Grenzen zijn een voorwaarde voor vrijheid.
Verantwoordelijkheid
Wij hebben ook verantwoordelijkheid over dat eigen stukje
grond. Alleen wijzelf dragen (primair) de verantwoordelijkheid over ons eigen stukje grond. Wij zijn niet (primair) verantwoordelijk voor het stukje
grond van de buurman. Wij zijn dus zelf verantwoordelijk voor de keuzes die wij
maken of niet maken en de consequenties die achter deze keuzes wegkomen.
Verantwoordelijkheid moeten wij ook nemen, oppakken. We moeten ons toe-eigenen wat van ons is en er verantwoordelijkheid voor nemen. Wij
kunnen wel denken dat wij geen keuze hebben en er voor weglopen, maar daarmee
hoort die keuze toch echt wel tot ons domein, ons stukje grond. Als onze geliefden ons
teleurstellen bij het uitoefenen van hun vrijheid, dan is die teleurstelling
onze verantwoordelijkheid. Ons gevoel behoort immers tot ons ‘erf’.
Wij en de ander
Dit alles staat niet los van onze relaties en onze
verantwoordelijkheid naar God en onze naasten (verbondenheid) toe. Het is God
die ons ons eigen stukje grond geeft. God maakt vrije mensen, met een eigen
verantwoordelijkheid en begrenzing. Grenzen, vrijheid en verantwoordelijkheid
zijn aspecten van onze persoonlijkheid die wij in de Bijbel terugvinden.
Reacties
Een reactie posten